De bedoeling van het spel is een bijdrage leveren aan het zicht krijgen op en/of het verbeteren van uiteenlopende leer- en ontwikkelingssituaties.
Het gaat daarbij niet alleen over het leren in het kader van een opleiding, cursus of training, maar ook over leren op de werkplek en in het leven van alledag.
Centraal in het spel staat de persoon die leert of zich ontwikkelt. Het uitgangspunt daarbij is dat er vijf factoren zijn die een rol spelen bij het scheppen van een optimale leersituatie:
- Leermotieven: Waarom leer ik? Voorbeelden zijn: ´deskundig(er) worden op een bepaald gebied´, ´(meer) geld verdienen´ of ´waardering krijgen´.
- Manieren van leren: Hoe ga ik het liefste te werk bij het leren? Of: hoe verloopt leren bij mij? Voorbeelden zijn: ´ik leer door het zelf te doen´ of ´ik leer het liefst in een groep´ of ´ik leer door over een onderwerp te lezen´.
- Leervaardigheden: Wat moet ik kunnen om effectief te leren? In hoeverre beschik ik over deze vaardigheden? Voorbeelden zijn: ´hoofdzaken van bijzaken onderscheiden´ of ´leerstof koppelen aan mijn (werk-) situatie'.
- Leervoorwaarden: Wie en wat heb ik nodig om prettig te leren? In hoeverre wordt aan de leervoorwaarden voldaan? Voorbeelden zijn: ´overzichtelijk en begrijpelijk lesmateriaal´ of ´zinvolle en uitdagende opdrachten´.
- Leerbelemmeringen: Wie of wat belemmert mij bij het leren? Voorbeelden zijn: ´ik durf geen hulp te vragen´, ´ik voel me onzeker als ik nieuwe dingen moet leren´ of ´anderen keuren het af dat ik ga leren´.
Afhankelijk van de situatie kan de nadruk liggen op een of meerdere van deze factoren, al dan niet in onderlinge samenhang.
Klik hier voor een overzicht van soortgelijke spellen van P. Gerrickens.
Uitvoering
Auteur: Peter Gerrickens, 162 kaarten, 60 gekleurde fiches en een speelwijze in een doosje.